Om het land goed te kunnen besturen bestaat er een scheiding van machten binnen het landsbestuur. De Staten maken samen met de regering de wetten (wetgevende macht). De regering (de Gouverneur en de ministers) voert die wetten uit (uitvoerende macht) en de rechter oordeelt of de wettelijke regels wel goed worden toegepast.

Het land wordt bestuurd door de ministerraad, geleid door de minister president, die ook de voorzitter is van de ministerraad. Iedere minister houdt zich bezig met een specifiek onderdeel van de regering en is daarmee het politieke hoofd van zijn eigen ministerie. Er vindt overleg plaats tussen ministers over bepaalde besluiten, dat leidt uiteindelijk tot een kabinetsbeleid. De regering bestaat uit de ministers en de Gouverneur. De minister(s) en de Gouverneur vormen de uitvoerende macht in Aruba. De Staten vormen de wetgevende macht samen met de regering.